Let op: Jaap van Zweden valt in voor Kirill Petrenko tijdens de concerten op 22 en 23 juni met een gewijzigd programma. Kaartkopers zijn hierover per mail geïnformeerd.

Jaap van Zweden leidt Tsjaikovski’s Zesde

Sjostakovitsj’ Negende symfonie en Tsjaikovski’s tragische ‘Pathétique’

Jaap van Zweden - foto: Bert Hulselmans

Onder leiding van Jaap van Zweden speelt het Concertgebouworkest Sjostakovitsj’ Negende en Tsjaikovski’s emotioneel geladen Zesde symfonie, ‘Pathétique’.

De ‘Pathétique’ wordt door velen beschouwd als de kroon op Tsjaikovski’s symfonische oeuvre.

Concertprogramma

  • Dmitri Sjostakovitsj

    Symfonie nr. 9

  • -- pauze --

  • Pjotr Iljitsj Tsjaikovski

    Symfonie nr. 6 'Pathétique'

Uitvoerenden

Over dit concert

Jaap van Zweden leidt het Koninklijk Concertgebouworkest in twee zeer persoonlijke symfonieën. Pjotr Tsjaikovski peilt in zijn indringende Zesde symfonie de krochten van de menselijke ziel. De Franse bijnaam ‘Pathétique’ staat voor het tragische karakter, dat met name betrekking heeft op het langzaam uitdovende slotdeel. Tsjaikovski vond het zelf zijn beste werk, maar overleed kort na de voltooiing. De ‘Pathétique’ wordt door velen beschouwd als de kroon op Tsjaikovski’s symfonische oeuvre.

Een halve eeuw later, in 1945, wekte Sjostakovitsj’ Negende symfonie (bij de première uitgevoerd met Tsjaikovski’s Vijfde) de woede van Stalin. De verwachting was dat ze een grootse lofzang op de Sovjet-overwinning zou zijn. Maar Sjostakovitsj verraste vriend en vijand met een korte, luchtige, klein bezette symfonie – en een uitbarsting van creatieve razernij. Velen vreesden dat Sjostakovitsj naar Siberië zou worden verbannen. In 1948 werd Sjostakovitsj’ muziek in de ban gedaan, pas in 1955 werd de Negende weer vrijgegeven in de Sovjet-Unie, vier jaar na de Nederlandse première door het Concertgebouworkest onder leiding van Otto Klemperer.

Data en kaarten

Over dit concert

Jaap van Zweden leidt het Koninklijk Concertgebouworkest in twee zeer persoonlijke symfonieën. Pjotr Tsjaikovski peilt in zijn indringende Zesde symfonie de krochten van de menselijke ziel. De Franse bijnaam ‘Pathétique’ staat voor het tragische karakter, dat met name betrekking heeft op het langzaam uitdovende slotdeel. Tsjaikovski vond het zelf zijn beste werk, maar overleed kort na de voltooiing. De ‘Pathétique’ wordt door velen beschouwd als de kroon op Tsjaikovski’s symfonische oeuvre.

Een halve eeuw later, in 1945, wekte Sjostakovitsj’ Negende symfonie (bij de première uitgevoerd met Tsjaikovski’s Vijfde) de woede van Stalin. De verwachting was dat ze een grootse lofzang op de Sovjet-overwinning zou zijn. Maar Sjostakovitsj verraste vriend en vijand met een korte, luchtige, klein bezette symfonie – en een uitbarsting van creatieve razernij. Velen vreesden dat Sjostakovitsj naar Siberië zou worden verbannen. In 1948 werd Sjostakovitsj’ muziek in de ban gedaan, pas in 1955 werd de Negende weer vrijgegeven in de Sovjet-Unie, vier jaar na de Nederlandse première door het Concertgebouworkest onder leiding van Otto Klemperer.