Nalaten voor een nieuwe generatie

Jan Maarten Boll voelde zich sterk verbonden met het Concertgebouworkest en liet het orkest delen in zijn nalatenschap - ten behoeve van educatie. Zijn weduwe verwoordt de achterliggende motivatie. Cellist Jérôme Fruchart ervaarde de betrokkenheid van Jan Maarten.

Orkestleden Sanne Hunveld en Leonie Bot bezoeken een kleuterklas in Beverwijk. Een educatieproject mogelijk gemaakt met steun van de Foundation Concertgebouworkest (foto: Fokke van Saane Fotografie)
Orkestleden Sanne Hunveld en Leonie Bot bezoeken een kleuterklas in Beverwijk. Een educatieproject mogelijk gemaakt met steun van de Foundation Concertgebouworkest (foto: Fokke van Saane Fotografie)

Jan Maarten Boll had jarenlang zitting in besturen rond het orkest en kende een legaat toe aan de Foundation Concertgebouworkest.

Pauline Kruseman - weduwe van Jan Maarten Boll:
‘Jan Maarten heeft zijn leven lang vreugde aan klassieke muziek beleefd. Hij wilde datgene waar hij zo enorm van genoot, ook graag overdragen aan andere generaties. Hij heeft daarom specifiek een legaat toegekend voor educatieve doeleinden; klassieke muziek moet je leren kennen.

Iets bijdragen aan een culturele instelling is een fijne manier om te onderstrepen wat je belangrijk vindt. Ik bewonder de mensen van het orkest enorm om hoe ze hun relaties onderhouden. Ze maken daarbij echt geen onderscheid tussen grote of kleine schenkers.

Zolang je nog helder van geest bent, is het goed om het ook maar te regelen, je moet het niet uitstellen. En alle giften tellen mee.'

Pauline Kruseman en Jan Maarten Boll - 2008 (foto: Marc Mulders)
Pauline Kruseman en Jan Maarten Boll - 2008 (foto: Marc Mulders )

Jérôme Fruchart, cellist van het Concertgebouworkest bouwde een bijzondere band op met Jan Maarten Boll. Jérôme speelde samen met zijn vrouw celliste Moïra Truijens en voormalig hoboïst van het orkest Jan Kouwenhoven op de uitvaart van Jan Maarten.

Jérôme Fruchart

Jérôme Fruchart:
‘Jan Maarten was heel betrokken. Hij had niet alleen respect voor ‘het instituut’ het Concertgebouworkest, maar ook voor de musici. Hij was nieuwsgierig en had veel kennis van de muziek. Hij is ook mee geweest op tournee - voor donateurs is dat een bijzondere ervaring.’

‘Het orkest als instituut is het belangrijkste van Europa en misschien wel ter wereld. Musiceren op hoog niveau is mooi, maar ook heel moeilijk. Alles is daarbij belangrijk. De instrumenten, het salaris, de conditie van de musici, de zaal, de mensen die op het kantoor werken. Het gaat niet alleen om een mooi pak, maar om het totaalplaatje. We hebben een grote naam omdat overal veel aandacht aan wordt besteed. Om die naam en positie te kunnen behouden, hebben we schenkers hard nodig.’