Klaus' ambities

Met de keuze voor Klaus Mäkelä als toekomstig chef-dirigent breekt voor het Concertgebouworkest een nieuw tijdperk aan. Als een blok gevallen voor de klank van het orkest vindt de jonge Fin het eervol bij te dragen aan het behoud, de ontwikkeling en de verrijking ervan.

Klaus' ambities
Klaus Mäkelä (foto: Eduardus Lee)

Klank

‘Je hoeft de klank van het Concertgebouworkest maar één keer te horen om deze voor altijd te bewonderen. Het is een van de zeldzame individueel herkenbare orkestklanken in de wereld. Dit orkest klinkt warm en transparant tegelijk. Mind blowing, toen ik dat voor het eerst hoorde.

Ik ben inmiddels via alle opnames heel vertrouwd geraakt met de klank, ik beluister alles, van Mengelberg tot nu toe. Maar als je dan voor het orkest staat, en je wordt omringd door dat geluid… Die klank moeten we behouden en koesteren. Ik vind het fascinerend om haar te vormen en veranderen, verschillende kleuren en lagen uit te proberen. Hoever kun je met dat boetseren gaan? En vooral welke kant op? Dat ga ik de komende jaren ontdekken.

Ik wil alle orkestleden laten schitteren. Ik ben er trots op dat het orkest samen met mij een nieuw tijdperk tegemoet wil gaan.

Gezamenlijke koers

We hebben een contract voor tien jaar, dat zijn ideale omstandigheden. De komende vijf jaar ben ik nog geen chef-dirigent, maar artistiek partner. Het aantal gezamenlijke producties stijgt jaarlijks, van vijf dit seizoen naar twaalf in 2027. We kunnen groeien in de relatie en geleidelijk aan iets opbouwen. Het geeft ons de mentale vrijheid om zonder tijdsdruk een gezamenlijke koers te ontwikkelen. We kunnen verschillend repertoire uitproberen, we kunnen op tournee gaan en tegen de tijd dat ik als chef begin zullen we elkaar goed kennen. Ik wil alle orkestleden laten schitteren. Ik ben er trots op dat het orkest samen met mij een nieuw tijdperk tegemoet wil gaan.

Repertoire

Ik hou van beeldende kunst, en zie programmeren als het creëren van een expositie, waarbij je alle mogelijke meesterwerken in je collectie hebt en mag kiezen wat je bij elkaar hangt. Nu hebben we de beschikking over al die muzikale meesterwerken, en over dit orkest: echt een beest, dat zo ongeveer alles kan spelen. Dan wil je goed nadenken over de mogelijke combinaties. Ik voel ook grote verantwoordelijkheid om nieuwe muziek te dirigeren. En ik vind het belangrijk dat componisten en dirigenten goede relaties onderhouden. Kijk maar naar Mahler en Mengelberg!’