Over Bruckners Derde symfonie
In september 1873 reisde Bruckner naar Bayreuth om zijn grote idool Richard Wagner te bezoeken. Naast zijn Tweede nam hij ook de eerste opzet van zijn Derde symfonie mee in de hoop dat Wagner de opdracht van een van beide wilde accepteren. Wagner vond de Tweede ‘recht gut’ maar gaf de voorkeur aan ‘die met de trompet’. Sindsdien staat de Derde bekend als de ‘Wagnersymfonie’.
De première op 16 december 1877 werd een debacle: toen de laatste maten hadden geklonken, was er maar een klein groepje jongeren – onder wie de student Gustav Mahler – dat klapte; de rest van het publiek was al vertrokken, of was aan het lachen of sissen. De beruchte criticus Eduard Hanslick gaf toe dat hij niets van het gigantische stuk had begrepen, maar hoorde wel hoe in de symfonie ‘Beethovens Negende vriendschap sloot met Wagners Walküre en uiteindelijk onder de hoeven van haar paarden komt’.
In het eerste deel, waarvan het begin inderdaad doet denken aan dat van Beethovens Negende symfonie (in dezelfde toonsoort d klein), wordt het eerste thema bepaald door een pregnant trompetmotief. Een lyrisch tweede thema (altviolen) wordt gevolgd door een koraalthema. Ook in het breed opgezette tweede deel horen we meerdere thema's. Na het dansante Scherzo volgt de Finale waarin een polka wordt gecombineerd met een koraalmelodie. ‘De polka staat voor de humor en het geluk in de wereld’, aldus Bruckner, ‘het koraal voor het treurige en pijnlijke’.
Met dank aan Dirk Luijmes.
De Derde en het Concertgebouworkest
De Derde symfonie was de eerste Bruckner-symfonie die bij het Concertgebouworkest op de lessenaar stond; het orkest bestond nog geen vier jaar toen zijn eerste chef Willem Kes zich erover ontfermde. Het zou nog een jaar of veertig duren voordat het publiek Bruckners muziek echt zou gaan waarderen. Honorair gastdirigent Iván Fischer leidt de Derde in de Brucknercyclus.
‘Bruckner was al een man van middelbare leeftijd toen hij symfonieën ging componeren. Toch lijkt het mij dat hij in zijn eerste twee symfonieën nog op zoek is naar zijn ware eigen stijl. Het is de Derde symfonie die ik beschouw als zijn eerste grote meesterwerk, de eerste rijpe symfonie met de wijsheid, grandeur en spirituele diepgang van de oudere Anton Bruckner.’ - Iván Fischer