Voor een orkest in goede conditie

INTERVIEW - ‘Een soort slotakkoord – waarmee we nog één keer iets belangrijks wilden doen.’ Het echtpaar Berthie en Dick van Lith stelde een Fonds op Naam in ten behoeve van het welzijn van de musici van het Concertgebouworkest.

De fluitgroep met tussen Vincent Cortvrint en Emily Beynon de studente Niamh McKenna van de orkestacademie. foto: Renske Vrolijk/Concertgebouworkest
De fluitgroep met tussen Vincent Cortvrint en Emily Beynon de studente Niamh McKenna van de orkestacademie. foto: Renske Vrolijk/Concertgebouworkest

In gesprek met de naamgevers van het Van Lith-Dumont Fonds, over hun beweegredenen en de bijzondere bestemming van hun geld.


‘Het sprak voor ons altijd vanzelf,’ vertelt Dick: ‘Als je iets waardeert, dan doe je wat terug. Anders zou ik me ongemakkelijk voelen.’ Jaren geleden gingen hij en zijn vrouw voor het eerst naar de concerten van het Concertgebouworkest, met anderen mee – vrienden met een abonnement en ‘stoelen over’. Dat werden al snel eigen plekken, met alweer vele jaren een eigen abonnement.

Berthie denkt terug: ‘Met die prachtige concerten kregen we echt iets cadeau. Toen we hoorden van de mogelijkheid om iets voor het orkest te betekenen, grepen we die aan en werden we lid van het Gouden Gilde.’ In de loop van de tijd deden Berthie en Dick mee met verschillende donateursacties en in 2016 schonken ze het orkest een prachtige set buxushouten klarinetten, die bespeeld worden door Arno Piters.

Denkproces
En toen kwam er voor het echtpaar Van Lith een flink bedrag vrij waarvoor ze een betekenisvolle bestemming zochten. Dick: ‘Al snel dachten we aan het Concertgebouworkest, en een Fonds op Naam bleek een mooie vorm.’ Een uitgebreid denkproces leidde tot het vaststellen van het doel. Berthie: ‘Er zijn fondsen die de aankoop van instrumenten ondersteunen of bijdragen aan de Academie van het Concertgebouworkest, of aan educatieprojecten – allemaal gericht op de muziek. Dick dacht toen aan iets sociaals.’

Haar man beaamt: ‘Het schoot door mijn hoofd: als we over het orkest spreken, gaat het over individuele mensen. Mensen die plezier hebben in muziek maken, maar die – terwijl zij voor ons blijven spelen – net als anderen hun donkere momenten en hun ongemakken hebben. Wij wilden met het potje iets betekenen voor de musici persoonlijk, wanneer ze bijvoorbeeld problemen hebben met hun gezondheid, hun kinderen of studie.’

De betekenis van muziek… kijk maar, overal ter wereld, in elke cultuur. Als er iets te vieren is - en op andere cruciale momenten: muziek geeft mensen zo veel.

Armen en schouders
Berthie en Dick zijn in gesprek gegaan met de Foundation en met personeelszaken van het orkest – paste het idee wel? En waar liggen eventuele wensen van orkest en musici? Na aanvankelijke aarzeling groeide het enthousiasme bij het orkest. Dick: ‘Er bleek een behoefte, denk bijvoorbeeld aan de fysieke problemen waar veel musici mee te maken krijgen. Zij gebruiken hun armen, schouders, hun mond vaak op een zo intensieve manier, vergelijkbaar met topsporters; dat leidt tot pijn of specifieke blessures.’ Fysiotherapie is er natuurlijk al voor iedereen, maar als iets anders nodig is, kan in overleg met personeelszaken en de Foundation aanspraak gemaakt worden op dit potje.

Ook kan steun op een ander vlak aangevraagd worden, het welbevinden van de musici in brede zin staat centraal. Berthie is blij met het sociale aspect van hun fonds: ‘Als ik bij een concert de orkestleden zie opkomen, begint voor mij een feestje – het maakt mij vrolijk. Maar misschien spelen die musici wel met grote zorgen aan hun hoofd.’

Kleur behouden
Het instellen van het Van Lith-Dumont Fonds betekende nog één keer iets belangrijks doen. Wat is voor Berthie en Dick dat belang? Voor hen gaat het uiteindelijk om de essentiële rol van muziek in een samenleving. Dick probeert het in woorden te vatten: ‘De betekenis van muziek… kijk maar, overal ter wereld, in elke cultuur. Als er iets te vieren is, en op andere cruciale momenten; muziek geeft mensen zoveel. Natuurlijk zal er zonder financiële steun ook altijd muziek zijn. Maar het is waardevol om bij te dragen aan de bijzondere ruimte die dit orkest en deze musici innemen. Ervoor te zorgen dat die ruimte kleur behoudt en constructief gebruikt kan blijven worden. Zoveel mensen beleven plezier aan het Concertgebouworkest.’

Zijn vrouw valt hem bij: ‘Het moet blijven bestaan – in goede conditie, voor onze kinderen, onze kleinkinderen.’ Dick hoopt dan ook dat dit fonds en het idee erachter andere schenkers inspireert, dat het bestaan niet alleen afhangt van hun eigen eenmalige gift.

Ik dacht: "Dit is nou mijn orkest." Onzin natuurlijk. Maar ik was ineens zo ontzettend trots.

Mijn orkest
Een mooie bijkomstigheid van het schenken zijn voor Berthie en Dick natuurlijk de bijzondere gelegenheden waar ze bij betrokken worden. De huisconcerten voor houders van een Fonds op Naam, meereizen op buitenlandse tournees. Ze voelen zich steeds meer onderdeel van het orkest.

Berthie herinnert zich de eerste keer mee op reis, naar Edinburgh. ‘Het orkest had prachtig gespeeld en de Schotse dame naast mij applaudisseerde zo enthousiast – en maar doorklappen. Ik wilde bijna zeggen: “Dank u wel – dank u wel!” Want ik dacht: dit is nou mijn orkest. Onzin natuurlijk. Maar ik was ineens zo ontzettend trots.’ Dick denkt terug aan een concert in Boekarest. ‘De muziek gaf die wat kale stad kleur mee. Het orkest bracht warmte, betekenis. En ik had toch het idee dat ik een beetje bij dat orkest hoorde.’